Het is vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep dat een onjuist advies van de bedrijfsarts voor rekening en risico komt van de werkgever. De rechtbank Oost-Brabant heeft recent in februari 2022 deze lijn genuanceerd en kwam tot een andere afweging.

Loonsanctie

Na twee jaar arbeidsongeschiktheid kan een werknemer een aanvraag doen voor een WIA keuring.  Het UWV toetst eerst of de werkgever voldaan heeft aan de verplichtingen van de Wet Verbetering Poortwachter. En met name of de werkgever re-integratiekansen heeft gemist. Als dat het geval is, legt het UWV een loonsanctie op. Er vindt dan geen WIA beoordeling plaats. De werkgever is verplicht voor maximaal nog één jaar het loon door te betalen. Het dienstverband kan niet beëindigd worden. En de loondoorbetalingverplichting duurt dan drie jaar.

Vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep

Een werkgever kan bezwaar maken tegen een loonsanctiebesluit. Bijvoorbeeld, omdat de werkgever steeds alle adviezen van de bedrijfsarts heeft opgevolgd. Het is vaste uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat een onjuist advies van de bedrijfsarts voor rekening komt van de werkgever.

Nuancering in de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (ECLI:NL:RBOBR:2022:415)

In deze zaak oordeelt het UWV na twee jaar ziekte dat de bedrijfsarts ten onrechte een urenbeperking heeft opgelegd. Er zijn daarom re-integratiekansen zijn gemist. De werkgever wordt geconfronteerd met een loonsanctie. En gaat in bezwaar en beroep.

Wat waren de feiten in deze zaak?

De werknemer is na de ziekmelding regelmatig gezien door de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft zich gebaseerd op eigen bevindingen en de informatie van behandelaars. De werkgever is door de bedrijfsarts steeds geïnformeerd over de stand van zaken en nieuwe behandelingen. In de praktijk lukte het de werknemer niet de werkzaamheden op te bouwen volgens het voorgeschreven opbouwschema. Keer op keer lukte dit niet. De werkgever schakelt in het kader van de eerstejaars beoordeling een arbeidskundig bureau in voor de re-integratie in het tweede spoor. De bedrijfsarts is volgens dit rapport gemotiveerd bij het oordeel gebleven dat de werknemer niet voor meer dan vier uur per dag inzetbaar is.

Op basis van artikel 64 WIA kan een loonsanctie worden opgelegd. In dit artikel is bepaald, dat het bij de beoordeling van de re-integratie-inspanningen gaat om de vraag of de werkgever in redelijkheid tot de re-integratie-inspanningen heeft kunnen komen.

De rechtbank oordeelt daarom dat het UWV onvoldoende aandacht heeft besteed aan de vraag of de werkgever had moeten twijfelen aan de adviezen van de bedrijfsarts. De rechtbank oordeelt dat in deze zaak de werkgever heeft enkele reden had om te twijfelen aan het advies.

De werkgever mocht er gelet op de feiten vanuit gaan dat het advies van de bedrijfsarts zorgvuldig tot stand is gekomen.

Conclusie

Deze uitspraak nuanceert de vaste lijn van de Centrale Raad van Beroep. Het biedt werkgevers meer mogelijkheden bezwaar te overwegen tegen een loonsanctiebesluit van het UWV. Mits de werkgever steeds kritisch is geweest op de adviezen de bedrijfsarts en geen reden had daaraan te twijfelen.

Heeft u hierover vragen? Neemt dan gewoon contact op. Wij zijn bereid met u mee te denken.