De vakantieperiode komt er weer aan. De mogelijkheden voor vakantie tijdens corona zijn beperkt en veel werknemers bouwen veel vakantiedagen op. Hoe zit het precies met het opsparen en opnemen van vakantiedagen?

Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen

Een werknemer heeft per jaar recht op wettelijke vakantiedagen van vier maal het aantal uren dat de werknemer werkt per week. Bij een fulltime dienstverband betekent dit een recht op 20 vakantiedagen per jaar. Bovenop de wettelijke vakantiedagen kan de werkgever extra bovenwettelijke vakantiedagen toekennen. Vaak is dit geregeld in een cao of in de arbeidsovereenkomst.

Vervallen vakantiedagen en waarschuwingsplicht werkgever

De opgebouwde vakantiedagen vervallen zes maanden na het jaar van opbouw. Dit betekent dat de wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd in 2020 in beginsel per 1 juli 2021 vervallen. De bovenwettelijke vakantiedagen vervallen na vijf jaar.

De werkgever dient de werknemer tijdig te informeren dat de vakantiedagen vervallen per 1 juli 2021 en moet de werknemer tijdig in de gelegenheid stellen deze vakantiedagen op te nemen. Zorgt de werkgever daar niet voor, dan vervallen deze wettelijke vakantiedagen niet en vervallen ze pas na vijf jaar, net als de bovenwettelijke vakantiedagen.

De coronacrisis staat aan het vervallen van de wettelijke vakantiedagen niet in de weg.

Niet verplichten vakantie op te nemen

De werkgever kan de werknemer in beginsel niet verplichten om de vakantiedagen op te nemen. Ook niet als er vanwege de coronacrisis minder werk is. De hoofdregel is dat de vakantie wordt vastgesteld op verzoek van de werknemer, tenzij hierover afwijkende afspraken zijn gemaakt in de cao of arbeidsovereenkomst.

De vakantiedagen worden vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij de werkgever gewichtige redenen heeft en binnen twee weken het verzoek van de werknemer afwijst. Gewichtige redenen zijn als de vakantie leidt tot ernstige verstoring van de bedrijfsvoering van de werkgever.

Intrekken of wijzigen vakantie

De werkgever kan na overleg met de werknemer een reeds gestelde vakantie wijzigen, indien de werkgever daarvoor gewichtige redenen heeft. Als deze wijziging leidt tot schade voor de werknemer, moet de werkgever de schade vergoeden. Dit is ook het geval als de werknemer instemt met de wijziging.

Als de werknemer een vastgestelde vakantie wil wijzigen, zal de werknemer hierover ook in overleg moeten treden met de werkgever. De werkgever moet daarbij handelen als goed werkgever.

Uitbetalen opgebouwde vakantiedagen

Bij een overschot aan vakantiedagen mogen alleen de bovenwettelijke vakantiedagen met toestemming van de werknemer worden uitbetaald. De wettelijke vakantiedagen mogen enkel bij het einde van het dienstverband worden uitbetaald.

Bij de uitbetaling van de vakantiedagen moet de waarde daarvan bepaald worden op basis van het loon dat de werknemer zou hebben ontvangen als hij niet op vakantie zou zijn gegaan. De waarde van de vakantiedag wordt bepaald op basis van het gebruikelijke loon. De werknemer mag door het uitbetalen van de vakantiedag dus niet in een nadeligere positie komen te verkeren.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag!