Op 13 januari 2021 oordeelde de voorzieningenrechter dat een werknemer geen recht heeft op loon door het weigeren van het dragen van een mondkapje.

De casus

Een banketbakkerij stelt na 13 oktober 2021 het dragen van een mondkapje voor alle werknemers verplicht. Een bezorger-chauffeur weigert echter het mondkapje te dragen. Deze werknemer brengt goederen rond. In de transport bus hoeft hij geen mondkapje te dragen. Deze plicht geldt wel als hij in één van de bedrijfspanden is. Ook nadat de werkgever de werknemer nogmaals dringend heeft verzocht een mondkapje te dragen, weigert de werknemer dat. De werkgever schort het loon op en stelt de werknemer op non-actief. De werknemer stapt naar de rechter en voert aan dat er sprake is van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer en dat het mondkapje hinder en ongemak geeft.

Het instructierecht van de werkgever artikel 7:660 BW

De werkgever verweert zich in de procedure en beroept zich op haar instructierecht. Het instructierecht houdt in dat een werkgever verantwoordelijk is voor een gezonde en veilige werkomgeving. De werkgever mag werknemers eenzijdige instructies geven op basis van artikel 7:660 BW ten aanzien van het gedrag van de werknemer, bijvoorbeeld het dragen van veiligheidskleding. Aan het instructierecht zitten grenzen en de instructie moet redelijk zijn. Bij bijvoorbeeld een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer moet worden beoordeeld of deze inbreuk gerechtvaardigd is.

Het oordeel van de voorzieningenrechter (ECLI:NL:RBMNE:2021:51)

De belangen van de werkgever ten opzichte van de belangen van de werknemer worden door de rechter gewogen. De werkgever wordt in het gelijk gesteld. Er is sprake van twee legitieme doelen. Er is sprake van een maatschappelijk aanvaard middel. Dit middel draagt bij aan het bedrijfsbelang van het personeel en het bedrijfsbelang van de werkgever.

De individuele belangen van het personeel

Een werkgever moet de individuele belangen van het personeel beschermen door een gezonde en veilige werkomgeving. De werkgever is gedurende de coronapandemie gehouden datgene te doen wat binnen haar macht ligt om besmettingen op de werkvloer te voorkomen.

Het bedrijfsbelang

Sinds de coronacrisis heeft de banketbakkerij productie-uren verloren doordat werknemers als gevolg van het corona niet konden werken. De werkgever moet het personeel ook bij ziekte en quarantaine doorbetalen.

Maatschappelijk aanvaard middel

De rechter oordeelt dat hoewel over de effectiviteit van het mondkapje getwist kan worden, het middel wel maatschappelijk is aanvaard. Het kan bijdragen aan de veiligheid en gezondheid. Ook heeft de branchevereniging het advies gegeven om het mondkapjes te dragen.

Eén lijn binnen het bedrijf

De werknemer geeft aan dat er geen noodzaak is tot het dragen van het mondkapje. Hij heeft de mogelijkheid de afstand van 1,5 meter in acht te nemen. De werkgever heeft er echter belang bij één lijn te trekken voor alle werknemers. Het dragen van een mondkapje is alleen effectief als iedereen zich inpandig daaraan houdt. Een werknemer maakt deel uit van een werkgemeenschap en kan niet kan niet solitair zijn eigen plan trekken.

Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer

Bovendien is de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betreffende werknemer relatief veel beperkter dan bij andere werknemers. Deze werknemer is het grootste deel van zijn tijd onderweg en hoef dan geen mondkapje te dragen. Bij de weging door de rechter is tevens van betekenis dat de werknemer geen medische of psychologische beperkingen waardoor hij geen mondkapje zou kunnen dragen.

Conclusie

De rechter oordeelt dat de werkgever het loon mocht opschorten en de werknemer de toegang tot het werk mag ontzeggen. Hoe de rechter gaat oordelen in andere zaken, is afwachten. Wij houden u op de hoogte.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij helpen u graag!